Februari 2007

Reisgenoten: Wilfried en Karin Holtus, Jan Holtus, Alois Helming

​....met een project mee.. Dat leek mij een geweldige manier om op een veilige manier een Afrikaans land te bezoeken, zonder een toerist te zijn. Een mooie gelegenheid om de mensen "echt te ontmoeten", dus ik besloot met mijn collega Karin en haar man Wilfried, Jan en Alwies mee te gaan voor een achtdaagse reis naar Gambia. De timing had beter gekund: ik zat middenin een verbouwing, en mijn man was die dag vervroegd thuisgekomen van wintersport met een verbrijzelde pols....Toch zat ik dan op maandagochtend in het vliegtuig met een boekje op schoot over "The Gambia" en "The friendliest people in the world". Over handen schudden, brede glimlachen, de bumpers en de huslers en de dames op leeftijd die er heen gaan om een leuke Gambiaan aan de haak te slaan....

​Wij kwamen natuurlijk voor Naneto Sejoni en zijn bewoners; om daar problemen op te lossen.

In het donker kwamen we aan op het vliegveld, en werden we ontvangen door een aantal zeer behulpzame brandweerlieden, waaronder Yustupha. Later bleek dat we hem nog vele malen zouden treffen omdat hij uiteindelijk voor het project zou gaan werken (we zijn zelfs bij hem thuis geweest: een hele eer!).

​Al snel bleek dat veel Gambianen zich op een zeer opdringerige manier aanbieden voor van alles en nog wat, maar niets voor niets! Begrijpelijk natuurlijk: je bent een wandelende portemonnee voor mensen die het een stuk minder hebben dan jij. Toch werkte die opdringerigheid me aardig op de zenuwen en wist daar niet goed mee om te gaan! Ik vond het moeilijk om te bepalen hoeveel fooi je kunt geven en wist niet hoe ik ze kon afwimpelen op een vriendelijke manier.

We zaten in een zeer luxe hotel, waar ik me wat ongemakkelijk bij voelde. Het contrast tussen hoe de mensen in het binnenland leven en wat ik om me heen zag in het hotel, was me te groot. Toch, zeker de eerste dagen, was dat de plek waar je net wat meer met rust gelaten werd. Net wat meer, want ook daar wilde iedereen je van dienst zijn en je de hand schudden en van alles van je weten!

Ik ben toen bij Jan en Wilfried, die er al jaren komen, in de leer gegaan! Jan (die nauwelijks Engels spreekt) zag ik vooral heel vriendelijk lachen naar de mensen. Terwijl hij ze de handen schudde, zei hij: "joa, joa" en dan was het goed! Wilfried liep buiten het hotel doelgericht door, gaf de mensen vriendelijk een hand (natuurlijk!) en antwoord op hun vraag/aanbod (taxi?, gids?, etc) en praatte gewoon met ze door. Dat bleek voor mij ook te werken!! Ik merkte dat als je geen gebruik wenst te maken van hun diensten, men het toch leuk vindt om een eindje met je op te lopen en wat te kletsen. Al gauw kende ik een paar van die jongens die rond het hotel hingen en voelde me niet meer zo onprettig en belaagd. Sterker nog: ik begon er schik in te krijgen met hen te praten en met ze op te lopen. De voertaal is engels dus dat verliep lekker soepel. Het type "straatschoffie" spreekt me wel aan en daar heb ik dan ook een knap staaltje van meegemaakt:

Onwetend als ik was, liep ik vlak voor het eten op onze eerste avond vanuit mijn hotelkamer na zessen (dan is de strandwacht weg) even naar het gat in het hek (ahum...??!) waardoor ik rechtstreeks naar het strand kon. "Even een strandwandelingetje met een lekker muziekje op mijn hoofd", dacht ik!. Ik ben maar tot 5 m buiten het hek gekomen! Ik trof meteen al een jongen, Jimmy genaamd, die bij afwezigheid van mijn "Bosman" (lees echtgenoot) mij wel kon verwennen! Hij had veel ervaring! Verbaasd, een beetje bang en balend dat ik niet even ongestoord kon wandelen, ben ik maar weer terug gegaan naar mijn hotelkamer.

​Voor de volgende dag had Wilfried een gids geregeld die ons naar de blindenschool kon brengen, kon helpen met spulletjes kopen op de markt, een goede chauffeur kon regelen etc. En wie stond daar die volgende ochtend: JIMMY!! Van alle markten thuis, dus! Uiteindelijk heeft hij ons prima geholpen en hebben we vreselijk met hem gelachen: "So, your bosman broke his arm? So what;...he can walk.......!!!"

Het reizen door het binnenland heeft veel indruk op me gemaakt. Als eerste het vlakke, rode landschap, de stoffige hobbelige wegen, de geiten en de ezeltjes met karren erachter, maar vooral de kinderen die, zodra ze ons zagen, achter onze open jeep aanholden (en dat hielden ze lang vol!!) en steeds "Tubaab, Tubaab"riepen (wat blanke betekent). Dit in de hoop dat we iets lekkers voor ze bij ons hadden. Dat hadden we natuurlijk wel!! Ik vond het dan ook leuk om af en toe te stoppen en snoep of ballonnen uit te delen!!

Voor ons bezoek aan Naneto Sejoni hadden we natuurlijk ook van alles ingeslagen om uit te delen. O.a. voor de Akalo en de dorpswijzen een zak rijst en voor de kinderen snoep, ballonnen, shirts en telraampjes. Ondanks dat we onaangekondigd aankwamen (anders krijg je er blijkbaar een zeer uitgebreid en kleurrijk onthaal), werden we in iedere klas van de school heel hartelijk ontvangen met zang en dans. Het was een prachtig gezicht: die paarse school- tenuutjes, de rode muren en die mooie zwarte koppies!! Onder de indruk was ik van de ontzettend lieve schooljuf: hard aan het werk op school en tegelijkertijd de zorg voor haar 4 dochters (waar nog zeker twee zonen bij moesten komen, anders nam haar man er een vrouw bij...!).

Het was kortzichtig van mij om te denken dat het steunen van zo'n dorp alleen maar dankbaarheid en blije mensen oplevert. In het dorp proefden we veel zorg en ontevredenheid. Dingen liepen al een tijdje niet meer goed en er heerste wantrouwen en onzekerheid. Om dit aan te pakken was zeer doordacht handelen, de juiste toon van communiceren en rekening houden met de cultuur en omgangsnormen cruciaal. Heel bijzonder en spannend was het dan ook om in een klaslokaal, met de Akalo, de dorpswijzen en de mensen die in dienst zijn van de stichting, bij elkaar te zitten en de onderhandelingen (die Wilfried op eerder genoemde manier deed!!!) over de verdere samenwerking bij te wonen.

Omdat het zo spannend was hoe de samenwerking verder zou gaan, zijn we eigenlijk niet ver het dorp in geweest. Wel hebben we de medische post en de bakoven bezocht. Ook hebben we een tijdje voor de school staan wachten, waardoor we de kans kregen gezellig tussen de kinderen te staan. Al gauw drommen ze om je heen om je een hand te geven, even aan je haar te voelen, over je arm te aaien of aan een moedervlekje te krabbelen.......!! Ook al waren ze niet altijd even fris, hadden ze plekjes en korstjes, toch hebben de kinderen in The Gambia mijn hart gestolen.

We hebben er nog veel meer meegemaakt, maar dit heeft de meeste indruk op mij gemaakt! Een mooie, leerzame en onvergetelijke ervaring......

Irma de Bruijn